Welkom in de kleinste van onze elf steden: Sloten. Van strategische speler langs de waterweg van Sneek naar de Zuiderzee is het nu een mekka voor de watersporter en een knusse trekpleister voor wie de sleur wil ontsnappen. De binnenstad met zijn oude, prachtige woonhuizen en vestingwerken waar je een kanon kan horen afgaan geven het een charme die je nergens anders vindt.
Het is dan wel klein, maar zeker niet minder prachtig. Juist hier vind je de mooiste geveltjes van Friesland, en dat allemaal in een autovrije omgeving. Bomen langs de gracht, bloemen op de bruggetjes, en eeuwenoude keien en stenen geven kleur aan de straten en steegjes van deze natural beauty. In deze korte route loop je door en om Sloten heen, om het moois van alle kanten te kunnen zien.
Sloten houdt zijn bleekjes in ere. De 'Bleekweide’ was vroeger het centrale grasperk waarop pas gewassen linnen lag te drogen en bleken in de zon. Na het wassen was het linnen vaak nog gelig van kleur en was ook de geur van het gebruik er niet uit. Maar men had ontdekt dat het linnen lichter van tint werd en frisser ging ruiken door het op een grasveld uit te spreiden en daar te laten drogen. Onder invloed van de zon werden vrije zuurstofatomen gevormd, die zich binden aan het vuil, wat hetzelfde effect geeft als bleken met waterstofperoxide. Hierdoor kreeg het linnen een frisse geur en een blanke kleur. Vandaar het woord "bleken".
Tot in de 20e eeuw werden er nog bleekweiden gebruikt in de textielindustrie. Ook thuis legden veel mensen hun was nog op de bleek te drogen. Sloten houdt zijn herinnering aan zijn bleekjes langs de vestinggracht in ere. Alleen ligt de was nu niet uitgespreid op het gras, maar hangt het gewoon aan de waslijn. En dat staat niet alleen heel gezellig, maar is ook nog eens praktisch. Sloten is zo compact gebouwd, alleen aan de randen is voldoende ruimte, zon en wind te vinden om de was te laten drogen en bleken. Een heel gezellig gezicht.
De vesting rond om de stad werd ontworpen en gebouwd door de bekende vestingbouwer Menno van Coehoorn. We weten niet zeker of hij de vorm bewust heeft gekozen, die heeft veel van een ui. Sloten wordt daarom ook wel de sipelstêd (uienstad) genoemd. De stadbewoners hebben zelfs de jaarmarkt ernaar genoemd, de sipelsneon. De kenner van de Friese taal weet dat die op een zaterdag gehouden wordt. Op de vesting vind je een werkend kanon die er de hele zomer lang op los knalt. Op vrijdagavond verzamelt de schutterij zich bij het kanon, propt het vol met buskruit en stro en knalt de avond in.
Op de toverzolder in Sloten vind je de verzameling van toverlantaarns die Peter Bonnet gedurende zijn leven opknapte en koesterde. Uit zijn passie is het museum ontstaan waar je nu nog steeds kan genieten van de voorloper van de diaprojector en daarmee ook de fotocamera, filmprojector en uiteindelijk dus ook onze gekoesterde smartphones. Plaatjes kijken met een groep mensen is blijkbaar tijdloos. Dit zijn de tik-toks, reels en boomerangs van de 19e eeuw.
Accommodaties in en in de nabijheid van Sloten vindt u hier.